De 12-voetsjol
De 12-voetsjol is in 1913 ontworpen voor wedstrijdzeilen door de Engelsman George Cockshott uit Southport. In Nederland werd er 1914 in een wedstrijdklasse voor gevormd.
De klasse heeft vele jaren officiële internationale erkenning genoten en was in 1920 en 1928 een olympische klasse. De 12-voetsjollenklasse is nog steeds populair en er worden jaarlijks drie tot vijf nieuwe jollen gebouwd. In wedstrijden wordt alleen of met zijn tweeën gevaren, afhankelijk van de windsterkte en het gewicht van de stuurman. De klasse is nog sterk aanwezig in Nederland, Italië, Turkije en Japan. Verder zijn er kleinere vloten in Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Litouwen.
Type | rondspant met midzwaard en cattuig |
---|---|
Lengte | 3,66 m |
Breedte | 1,45 m |
Diepgang | 0,20 m |
Met neergelaten zwaard | 0,92 m |
Zeiloppervlak | circa 9,5 m2 |
Rompconstructie | overnaadse gangen van mahonie- of cederhout |
Bemanning | Maximaal 2 personen |
De 12-voetsjol is nog steeds populair. Die populariteit is vooral toe te schrijven aan het klassieke karakter van de bouwwijze: blank gelakte, overnaads geklonken gangen van mahonie- of cederhout. Er wordt nadrukkelijk naar gestreefd om de jol zo authentiek mogelijk te houden. In de loop der jaren zijn alleen wijzigingen in de klassenvoorschriften aangebracht die de veiligheid bevorderen en al te grote ongemakken in het gebruik opheffen. Dat heeft ook het plezierige gevolg dat goede oude jollen in wedstrijden gelijkwaardig zijn aan goedgebouwde nieuwe jollen. Inmiddels zijn er 250 geregistreerde 12-voetsjollen en wordt er nog steeds zeer actief wedstrijd mee gezeild. In wedstrijden mag alleen of met zijn tweeën gevaren worden.