Skip to main content

Australische nazaten van schipper H-66 naar Aalsmeer voor ontmoeting

Ze hadden elkaar nog nooit gezien, maar delen veel zeilhistorie. De Australische nazaten van de eerste schipper van een historische zeilboot én die van de Aalsmeerse bouwer hebben elkaar ontmoet.

Artikel NH-Nieuws geschreven door Jessie Eickhoff

En dat uitgerekend op de werf waar de 12-voetsjol bijna een eeuw geleden werd gebouwd. Twee zeilboten met zeilnummers H 558 en H 66 racen op een meer met bomen en gebouwen op de achtergrond zichtbaar. De boten hebben driehoekige zeilen en op elke boot zijn meerdere mensen te zien die de zeilen hanteren en sturen.

Twaalfvoetsjol van familie de Vries – Foto: Huib de Vries
Het is 1932 als de in Nederlandse-Indië geboren marineofficier Peter Bussemaker een mahoniehouten jol laat bouwen. Die klus wordt voor 435 gulden – een aanzienlijk bedrag in die tijd – geklaard door de Aalsmeerse scheepsbouwfamilie De Vries. Bussemaker noemt zijn jol Semar, naar een Javaanse spotgeest, en gebruikt hem om tijdens zijn studietijd in Nederland wedstrijden te varen. Na zijn diensttijd verhuist Bussemaker naar Australië en sticht daar een gezin. De jol lijkt vergeten, maar als zijn zoon Tim ruim tien jaar geleden foto’s van de boot tegenkomt, legt hij contact met de familie De Vries. Ook zij waren de Jol al lang en breed uit het oog verloren, want hij was al aan zijn achtste eigenaar toe: een Friese zeilkampioen.

Jol H-66 weer teruggekocht

Maar als Huib de Vries (85) hoort dat de boot te koop staat, besluit zijn neef Tom (65) het stuk familiegeschiedenis terug te kopen en weer naar Aalsmeer te halen. En zo krijgt ook de Australiër Tim de kans om de jol waarmee zijn vader rondvoer met eigen ogen te bekijken.

 

Twee oudere mannen staan in een botenwerkplaats. De één draagt een gestreept overhemd en de ander een blauw overhemd met knoopjes. Op de achtergrond zijn verschillende boten en uitrusting zichtbaar, waaronder houten boten en overdekte machines in de werkplaats.

Een bezoek van de zoon van de eerste eigenaar van de jol – Foto: Huib de Vries
“Erg emotioneel”, zegt Huib over het moment waarop beide mannen de tijd namen om hun voorouders te herdenken en te eren. “Het is een tastbare herinnering aan wat onze voorouders in de jaren dertig hebben gemaakt. Het terugkopen is een manier om de geschiedenis te eren en levend te houden.” Huib herinnert zich de verhalen over de in 1923 opgerichte scheepswerf nog goed. “Die timmerlui maakten zulke boten met een enorme stookketel om het hout te verzachten en bogen het dan in de romp. Daardoor kregen die boten een ijzersterke constructie.”


In het nieuws

Geschreven door
Redacteur
1 juni 2024